Categorie: Blog

Zoals Netflix & de Champions League! De seizoensfinale “Wie wordt HET Gentse ImproBeest?”

Erbij zijn? Reserveer hier je plekje!

8 finalisten. 1 regisseur. 1 scorekeeper. 1 podium. 0 voorbereiding. En de winnaar krijgt… een masker?! Dit is geen gewone theatershow, dit is een theatersportwedstrijd. Deze show is gratis binnen. Maar je mag niet gratis buiten.

Competitie in theater. Werkt dat?

Jawel! Zaterdagavond 31 mei gaat in De Kring Heilig-Hart in Gent de finale door van “Wie wordt het Gentse ImproBeest?”. Dat is een improcomedy-show waarbij acht finalisten op het podium een speelse strijd voeren.

In deze theatersport-wedstrijd strijden geen ego’s. Want de scène wordt gescoord, niet de spelers apart. Zo wordt collectieve creativiteit en samenwerking beloond. De acht finalisten – “de improbeesten” – improviseren ter plekke scènes op basis van publieksinput. De regisseur geeft verschillende theateropdrachten, het publiek bepaalt mee de inhoud van de scènes én kent na de scène punten toe via applaus. De twee spelers met de hoogste scores nemen het aan het eind tegen elkaar op in een finale scène. De winnaar wordt bekroond met eer, glorie en een ludieke prijs: een dierenmasker, gekozen door de medefinalist.

De weg naar de finale!

De acht finalisten hebben elk eerder dit jaar een voorronde gewonnen en brachten hun unieke stijl mee. Zoals bijvoorbeeld de freestyle-rap van Jasper De Lange, de krachtige mime van Bram Smans, tot de verfijnde personagewissels Karlien De Vrieze. Sinds begin dit jaar gingen zo’n 70 acteurs hen vooraf in de voorronde-shows. Soms met discussie over wie nu echt had moeten winnen, zoals dat hoort bij elke goede competitie.

Wie zijn die improbeesten?

De cast bestaat uit mensen van allerlei pluimage: van bloemsierkunstenaar Tom De Houwer tot psychotherapeut Caro Moons, en van Lindy Hop-danser Bram Smans tot notenhandelaar Bart Van Honsté. Ook professionals uit de theatersector zijn vertegenwoordigd, zoals Christian Makuta. Die is docent drama bij o.a. Refu Interim/Company Cordial. En ook Pieter Beck, die docent is voor o.a. NTGent en OpenDoek vzw, en ook straattheateracteur.

Publiek! Zit stil & zwijg!

Wat deze show bijzonder maakt? Het publiek zit niet stil en zwijgt niet: het mag input geven, reacties tonen én bepalen wie wint. “Impro kan al eens cringe zijn,” zegt organisator Pieter Beck, “maar het publiek waardeert net de spontaniteit, de sfeer en de verbazingwekkende vondsten op scène.”

Gratis binnen, maar niet gratis buiten!

Je komt gratis binnen bij deze show, maar je gaat niet gratis buiten na deze show. Wie wil, kan na afloop een vrije bijdrage geven, via een QR-code of cash. Je wil zelf eens improvisatietheater proberen. Dat kan je doen via de gratis proefsessies. Of je kan instappen in de beginnersreeks FUNdamenten. En nadien nog verdere improvisatietheater-modules volgen in de F*ck Up School (FUS!). Wie het workshop-traject bij FUS! volgde, krijgt sowieso podiumkansen. Dat is het grote verschil met andere impro-collectieven zoals BIL, waarbij je enkel maar via een auditie & selectie op een podium geraakt.

Alles Kapot op de Gentse Feesten?

Deze zomer kan je ook terecht op het Alles Kapot Theaterfestival in De Kring Heilig-Hart in Sint-Amandsberg tijdens de Gentse Feesten van 24 tot 27 juli. Overdag zijn er workshops van verschillende professionele docenten. Zoals een workshop over meertaligheid in improvisatietheater door Khalid Benaouisse en een workshop over surrealisme in improvisatietheater door Tom Smet.

Locatie: De Kring, Gelagzaal – een bar in het voormalig parochiecentrum Heilig-Hart dat werd ingericht tot een theatercafé, mét podium, gordijnen en spotlights.

Deze seizoensfinale is toevallig ook de 50ste editie van deze show, die werd geadapteerd van Loose Moose & verder ontwikkeld binnen FUS! (F*ck Up Stage!) door Pieter Beck. 

Meer info of interview:
Pieter Beck – 0472 793 951 – [email protected]https://fusimprov.be – FB & Insta: @fusimprov 

Historiek van improv: https://fusimprov.be/van-pantalone-tot-playback-theatre/

Improv als menstraining!

Ik doe reeds een 7-tal maanden aan improvisatietheater. Ik volg reeksen bij FUS Improv. Improvisatietheater is een kwetsbaar iets. Je geeft jezelf bloot en levert jezelf over aan het moment en de input van de tegenspelers en het publiek.

Bij FUS! Improv ervaar ik een veilige omgeving, waarin ik me bewuster wordt van eigen denkpatronen en me verder kan ontplooien. Het is ook fijn om mensen op die manier te leren kennen, het verbindt. Je hebt sowieso al een gemeenschappelijk iets nl. jezelf geven op een podium.

Ik heb traag opgebouwd met improvisatietheater. Eerst een 5-tal proefsessies gevolgd, om er in te komen. Daarna de basisreeksen. Ik had telkens stress voor die lessen, die stress is gezakt doorheen de tijd.

Ondertussen zit ik in reeks 3 en heb ik ook al aan enkele shows meegedaan. Soms met een 20-tal mensen publiek. Bij de shows heb ik in het begin als scorekeeper opgetreden, daarbij volg je een bepaald stramien om scores toe te kennen aan spelers, op basis van de reactie(s) van het publiek. Voor mij was dat een dankbaar iets, omdat ik een script kon volgen en toch podiumervaring kon opdoen.

Het is fijn om er in te groeien. Het geeft een boost aan het zelfvertrouwen. Het is uit de comfortzone en het went meer en meer. Het maakt me sterker.

Ik neem dit mee als mens buiten de impro. Spontaner m’n mond leren opendoen en zonder stress (voorbereid) praten voor een publiek.  

Impro legt voor mij ook groeipunten bloot. Zoals oogcontact met het publiek. Ook breed durven kijken naar een situatie, en niet alleen gefocust op telkens één ding. Het is fijn om daarin te kunnen groeien. En groeien is wat we nodig hebben als mens. Stagnering is achteruitgang.

Dit artikel verscheen ook op de blog van Jonas zelf.

Van Pantalone tot Playback Theatre!

Langere titel >> Improvisatietheater: een dolle geschiedenis van durven, falen en floreren.

Improvisatie is ouder dan Shakespeare, ouder dan souffleurs en zelfs ouder dan dramaqueens. Het begon allemaal met de Commedia dell’arte in het 16e-eeuwse Italië. Een soort sketchcomedy avant la lettre, waarin gemaskerde spelers op pleinen en podia het publiek veroverden met vaste typetjes, losse verhalen en bakken improvisatie. Het was snel, fysiek, bij de haren getrokken — en vooral: levend.

Eeuwen later in Chicago ging Viola Spolin in de jaren ’40 met kinderen en acteurs aan de slag. Geen script, geen hoofdrol, wél spelregels die vrijheid gaven. Haar doel? Mensen leren spelen zonder zelfcensuur, met de verbeelding als kompas. Niet denken, maar doen. Haar zoon, Paul Sills, zette haar methodes op de planken en richtte mee The Second City op: bakermat van improvcomedy én wiebelige stoelen van het lachen. Daar stapte ook Del Close binnen — half filosoof, half vuurwerkfabriek. Hij vond improvisatie geen oefenvorm, maar een kunst op zich. Samenwerking, associatie en absurditeit kregen vorm in de Harold, een lange vorm waarin scènes, thema’s en personages elkaar beïnvloeden als jazzmuzikanten op een goed humeur. En iedereen kent de acteurs uit deze school: Tina Fey, Bill Murray, John Belushi, Amy Poehler (zette werk van Del Close voort in New York bij UCB), Chris Farley, Jason Sudeikis & Donald Glover.

Aan de overkant van de oceaan stond Keith Johnstone (Londen) met evenveel goesting te schudden aan de muren van het klassieke toneel. Hij vond acteurs veel te braaf, veel te geforceerd. Met formats als Theatresports en technieken als statusspel, wilde hij één ding: mensen hun spontaniteit teruggeven. En lachen mocht, maar moest niet.

In dezelfde adem ontstond in de jaren ’70 ook Playback Theatre. Hier gaat het niet om verzonnen scènes, maar om échte verhalen van het publiek die door spelers live worden vertaald naar beeld, beweging en muziek. Het resultaat is een wonderlijke mix van empathie, herkenning en “zo had ik het zelf nog niet bekeken”.

En dan is er nog de TheaterClown: die komt uit de kermis, de piste én het diepste van jezelf. Geen grapjas met fluitje, maar een hypergevoelige speler die het publiek recht in de ogen kijkt. Zijn drijfveer? Volledig aanwezig zijn in het moment, met een open hart en een open neus. Theaterclownerie is puur spel, zonder filter, en maakt van falen een feest.

Improvisatie is dus geen stijl, maar een levenshouding: nieuwsgierig zijn, vertrouwen op het onbekende, durven struikelen én er iets moois van maken. Van maskers tot microfoons, van clown tot collectieve creatie — improvisatie blijft een ode aan het nu.

Improvisatietheater uitproberen op een podium : hoe zou dit zijn?

Als improviseren draait rond samen spelen in het hier en nu en onverwachte momenten creëren, dan is de ImproJAM van FUS! een grote speeltuin waarin alles kan en alles mag. Ik wou al lang een keer meedoen om wat te prutsen en proberen. Ook omdat het wel spannend is om met mensen te spelen die je (nog) niet kent.
Er waren ongeveer 30 à 40 mensen, ik ben niet zo goed in tellen, maar het was zeker een heel grote groep enthousiaste impro-spelers uit alle windstreken. Allemaal mensen die wilden spelen en dingen testen of uitproberen.
Na een ietwat chaotische opwarming, niet moeilijk met zo veel volk, werd er snel gekozen voor scènes spelen. Kort en krachtig en met verschillende insteken:

  • “Speel scènes met deze tafel… de tafel kan een tafel zijn, maar de tafel kan ook iets anders zijn.”
  • ”Speel een huwelijk of dag uit het leven van een barista op een kort liedje.”
  • ”Speel een zo slecht mogelijke scène.”
  • “Raadspel waarbij de reporter ter plaatse moet raden wat er gebeurd is en waar.”
  • “Een scene met iedereen samen.”
  • … en nog veel meer.

Alles kon eigenlijk. Er was zelfs een beperkt publiek dat wist dat hier geëxperimenteerd werd en erg genoten. En net dat experimenteren geeft vrijheid om je vollen bak te smijten en om er te zijn voor elkaar in scènes als het nodig is.  Het was een unieke avond in Zaal Zirkus in Antwerpen. Een plek vol speelplezier, en ruimte om met plezier naar elkaar te kijken en gelijkenissen of verschillen te vinden. Nadien was het moeilijk om de glimlach van mijn gezicht te krijgen. Kortom het is een avond die ik iedereen die het onverwachte wel kan smaken, zou aanraden.

meer info & data van de jams in Gent & Antwerpen: fusimprov.be/jams

Workshop Improvisatietheater bij KIDS Hasselt

“Hej Katrien, willen jullie een verslagje maken van de namiddag? Het is wel al paar maanden geleden…”

”Tuurlijk, door kinderen of begeleiders?”

”Beide?”

”Ok, ik stuur het je weldra!”

Bij KIDS Hasselt komen kinderen, jongeren & jongvolwassenen met bijkomende ondersteuningsvragen. Dit zijn enkele reacties van dove jongeren & jongvolwassenen:

“Het was super fijn, echt top en ik wil dat Pieter nog eens langskomt!!!”

“Ik vond het heel grappig en wil het nog eens doen!”

“Voor mij was het ok, ook wel grappig en Pieter is een aangename man.”

“Vooral de oefening rond ‘zen’ worden vond ik fijn. Het was ook grappig en we deden leuke spelletjes. Pieter kan goed Vlaamse Gebarentaal.”

“We deden leuke opdrachten. Ik wil graag een top 3 maken van de spelletjes maar eigenlijk vond ik alles heel fijn. Pieter is een leuke man, hij kan goede grapjes maken en hij kan ook goed gebaren.

De begeleiders vonden aangenaam hoe er met onze jongeren & jongvolwassenen gewerkt werd. De groep werd goed aangevoeld en in handen genomen, waardoor er bij iedereen gevoel van rust komt. Ook daarom blijft iedereen betrokken deelnemen! Ook jongeren die normaalgezien niet zo snel gebruik maken van Vlaamse Gebarentaal of begeleiding voor wie toneel, expressie buiten zijn of haar comfortzone ligt, voelen zich toch comfortabel om mee te doen.

Pieter waakte over dat iedereen altijd alles begreep, ook al vroeg dit soms héél veel inspanning. Uitdagende onderwerpen zoals staking, genderidentiteit & emoties werden ook niet uit de weg gegaan. Soms vragen we ons als begeleiders af of deze onderwerpen niet te veel impact zouden hebben op sommige jongeren. In een speelse improvisatietheatercontext kunnen deze thema’s echter ook een plek krijgen en op een manier verwerkt worden.

Tijdens de activiteit voelde je de verbondenheid tussen de deelnemers. Ze zijn trots op hun kennis van Vlaamse Gebarentaal en zijn blij dat de activiteit echt inclusief is. Sommige jongeren denken nog steeds dat Pieter doof is 😉

Een clown

Een clown speelt zelfloos.

Een clown klampt zich niet vast aan ideeën, concepten of een zelf. 

Een clown danst & speelt door alles wat zich aandient.

Een clown kiest en laat even gemakkelijk die keuze vallen. 

Een clown kan ook vastzitten aan het niet willen vastzitten aan een keuze. 

Een clown hoort erbij en hoort er niet bij.

Een clown is echt, brutaal, kwetsbaar, ongepast, ridicuul, aandachtsslaaf,… van het eigen spel.

Een clown kan niet slecht spelen. 

Een clown laat niets in het spel uit de boot vallen. 

Een clown ziet alles wat ie ziet. 

Een clown leeft van het publiek en van het leven.

Opwarmers

Je zit graag met al een iets losser publiek, als je interactie wilt. Ook is het fijn dat je publiek meer ontspannen is. Niet enkel voor zichzelf, maar ook voor hun rol tijdens sommige scènes of spelletjes. Hieronder een lijstje:

  • 1-2-3: klap, stamp, wuif of eigenlijk elke andere ingeving die je van je publiek kan vragen… een gil, een ‘oooooooh’, een ‘waaaaw’, …
    MC/spelers wisselen met het publiek af in het tellen. 
    MC/Spelers: 1
    Publiek: 2
    MC/spelers: 3
    Publiek: 1
    MC/spelers: 2
    Publiek: 3 

    Doe het opnieuw, maar deze keer wordt de 1 vervangen door een klap
    Doe het verder, maar vervang de 2 door een stamp op de grond. 
    Doe verder en vervang de 3 door een wuif. 
  • De applaus-meter: mc gaat met de hand van laag naar hoog en het publiek applaudisseert mee. 
    Alternatief: van beleefdheidsapplausje wanneer de scène niet zo goed is, naar een ohhh-applaus voor een scène die emoties raakt tot een beste fake lach bij een hilarische scène.
  • Ping pong ball (Jimmy’s got a head like a ping pong ball) – MC verdeelt het
    publiek in 3 delen 
    Groep A: ping 
    Groep B: pong 
    Groep C: bal
    Spelers laten meezingen, MC wijst het publiek aan wanneer zij moeten zingen.
    Liedje is: Jimmy’s got a head like a ping pong ball, jimmy’s got a head like a ping pong ball. Jimmy’s got a head like a ping pong ball, like a PIIIIINNNNG PONG BALL.
    Op dit ritme. 
    https://www.youtube.com/watch?v=YIbYCOiETx0&ab_channel=MilwaukeeSymphonyOrchestra
  • My Bonny is over The Ocean… samen zingen bij elke B rechtstaan/zitten.
  • Tennismatch
    publiek in 2 verdeeld – uh en oh! En eventueel 1 persoon die je vraagt, om de score bij te houden (15-0, 15-15…)
    MC wijst de publieksgroepen aan
  • Afvalrace – MC stelt aan de hand van bvb. De Slimste Mens – weetjesvragen of het nieuws van de dag-vragen aan het publiek (of je zoekt als MC je ideale partner… wie is er een vrouw? al de rest gaan zitten? wie woont er in Gent (ik hou van nabijheid)? al de rest gaan zitten… wie er overblijft…)
    Is het antwoord negatief dan gaat het publiek zitten. De overblijver “wint”.
    Bvb.
    o Zijn de bosbranden in Australië ontstaan door een scheet? Ja/nee
    o Schoor Alex Callier zijn wenkbrauwen? ja/nee
  • Variant op afvalrace, maar dit heet volkstelling. Voor wie “ja” het antwoord is, roept “ja”. De rest mag gewoon zwijgen. bvb. voorzichtig beginnen – wie is met fiets gekomen, wie komt uit Gent… wie heeft zijn hand nog niet kunnen opsteken en is boos op mij …
  • Ongehoorzame burger/Tegengestelden: JE stelt vragen of geef commando’s die men moet “ongehoorzamen”, dus tegengesteld beantwoorden/uitvoeren. Dit is opwarming uit “Theatre of the Oppressed” van Augusto Boal. En vrij aan te vullen met vragen/commando’s naar eigen goesting… Hier gaan we: “Ben je een man?” Als je man bent, moet je dan neen antwoorden. “Wat zegt een hond?” Miauw. “Wat zegt een kat?” Woef. “Klappen met de handen”: dan moet publiek stampen met voeten (en omgekeerd), “Sta recht!” opstaan/gaan zitten
  • Deel het publiek in 3 of 4 groepen op en geef elke groep een geluid. 
    Oefen het geluid met de verschillende groepen. 
    Vertel een verhaaltje en gebruik de geluiden als een soundeffect. 
    bvb Auto – groep A zegt ‘Tuut tuut’ 
    Collega – groep B zegt ‘Haallllooooo’ 
    Weekend – groep C zegt ‘Tequila’
    Hond – groep D zegt ‘woef woef’

    Deze ochtend vertrok ik met de fiets naar het werk. En ik werd de pas afgesneden door een auto (groep A zegt Tuut tuut). Ik stak mijn hand omhoog en ik zag dat het mijn collega was (groep B zegt Haaallllooo). Snel voelde ik het schaamrood op mijn wangen. Die collega (Halloooo) van mij was ik dit weekend (groep C zegt Tequila) ook al tegengekomen. Toen moest was ik aan het wandelen met mijn hond (groep D zegt woef woef). Want weekendwandelingen (tequila) vindt de hond (woef woef) het leukst, dan rijden we met de auto (tuut tuut) naar een bos. 

    Alternatief
    Laat alle mensen op jouw teken naar iemand wijzen die volgens hen de harigste
    is. De persoon waar de meeste mensen naar wijzen is jouw slachtoffer. Hij moet
    oefenen op het maken van dierengeluiden. Laat hem of haar kiezen welk harig
    dier hij of zij zal imiteren. Vertel dan een klein verhaaltje waarbij het publiek
    bepaalde geluiden moet maken en ook de harigste persoon.
  • Applaudiseer & ooouuu, oooeeeh, aaaah-wedstrijd: Mannen versus vrouwen. Gentenaars versus niet-Gentenaars. Linkse deel versus rechtse deel. Publiek vooraan versus publiek achteraan. 
  • Antwoord roepen op 123: roep je eigen naam, naam buur links, buur achter, voor wie je komt op 123, je woonplaats, je favoriete kleur, je pin-code…
  • Regeltjes van de show in spelletje :
    • Mensen wiens gsm afgaat, wordt uitgelachen, en uitgejoeld. Even testen, wat als m’n gsm nu zou afgaan.
    • Suggestietester: met vragen naar publiek waar ze op mogen roepen.
    • Roep eens allemaal DIE, als ik …
    • Doe eens “ooooeee” , dat hebben we nog nodig straks bij een raadspel.
  • Afval-blikken: 4opties: kijk voor u, kijk links, kijk rechts, kijk achter u. Als ge in iemands ogen kijkt, schrik je en zeg je AAAAA en val je af. (dj speelt angstig muziekje). Idem, maar nu bij oogcontact, begin je te glimlachen en zeg je HALLO DAAR! (dj speelt achtereenvolgens blij, verliefd, sensueel muziekje
  • Massageopwarming
  • Supporteropwarming.
  • Waregem KOERSE / SKIEËN.
  • Choreografieverhaal opwarming/Nederland in beweging

Het FUS! Speelcollectief

FUS! is een speelhuis met veel speelplekken in Gent en Antwerpen. We zitten soms in Borgerhout of Berchem, dan weer in Gentbrugge of Sint-Amandsberg. Je kan er terecht voor basisreeksen, cursussen of eenmalige workshops improvisatietheater. Ook om toegankelijk actueel theater te zien, kan je een kijkje nemen naar het show-aanbod. 

Daarnaast is FUS! een plek voor iedereen. Als je reeksen en workshops gevolgd hebt, kan je kiezen om bij het FUS! Speelcollectief te komen. Daar kan je op jaarbasis je verder ontwikkelen en trainingen volgen. Dat wil zeggen, dat je in aanmerking kan komen om gevraagd te worden voor te spelen in een show of shows. In onze shows kunnen een verscheidenheid van mensen meespelen. Als improvisator in shows spelen, is ook een erg vruchtbare bodem voor nieuwere leden om hun skills te ontwikkelen. En daarvoor is er vertrouwen. Mensen leren het meest door te performen. Dit kan lang duren, maar het is het waard om als improvisatietheaterorganisatie vertrouwen te hebben in mensen. Sommigen doen er 6 jaar over om een top-performer te worden. De ene wil groeien en groeit gestaag. De andere wil niet groeien en plafonneert. Maar toch wil het FUS! Speelcollectief een plek zijn gericht op groei voor iedereen. Typische theater-uitsluiting werkt niet goed bij improvisatietheater-companieën. 

Je zal bij FUS! Dus ook shows zien die een hobbelige start hebben, scènes die niet van een leien dakje gaan, spelers die je 2 jaar geleden nog niet bekoorden zoals ze dat nu doen. Dus wees welkom voor wat je zoekt. Een basisreeks of 3, ontwikkeling als improvisator, wens om show-formats te ontwikkelen…

Flitsend materiaal (KISP Fotografie)

Begin september 2022. Te KISP Volwassenenonderwijs in de Holstraat in Gent. Een 20-tal docent-fotografen van KISP staan me op te wachten. De ene geeft verlichtingstechnieken, reportage, of locatieportret/studioportret. De andere architectuur/interieur/landschap, beeldtaal of beeldbewerking. Een groep visuele denkers. Spannend. Ze weten niet wat ze mogen verwachten, omdat ze geen idee hebben dat het een teambuilding met als thema “improvisatietheater” wordt.

Vooraf afgesproken met de opdrachtgever dat de workshop improvisatietheater onder andere de nadruk mag leggen op spelplezier, (non-)verbale communicatie, creatief denken (convergent & divergent), groepsbinding. Maar de deelnemers hebben er dus niet voor gekozen. Dus een zachte opbouw, niets geforceerd, met aangeven dat men opdrachten uiteraard kan skippen. Wat ‘k eerder meedeel als geruststelling.

De meesten hebben dit nog nooit gedaan en de verwachtingen bij het horen van het woord improvisatietheater lopen uiteen. “Elkaar leren kennen” zegt de ene. “Dat ‘k ga lachen”, zegt de andere. En nog : “De comfortzone verlaten.” “In de flow zitten en te veel denken uitschakelen.” “Ad rem kunnen zijn en out of the box denken.” “Inspelen op het moment zonder plan.”

Zelf hoop ‘k dat men ook wat serieuzere zaken meeneemt uit een in opzet “speelse dag”. Namelijk inzicht dat een speelse pedagogie ook kan werken en inzicht in waarom bepaalde oefeningen effect hebben op ons creatief brein. En hoe dat creatief brein geprikkeld kan worden en dat er rek op zit.

In de binnentuin spelen we die dag een hele reeks spel-opzetten, met ruimte voor feedback & reflectie. Er wordt divergent gedacht en 100 manieren bedacht om tegelijk een vierkant & een driehoek te maken. “Appel-appel-appel” roept de ene, waarna de andere “kaki-kaki-kaki” zegt. Er wordt in stijl gefaald onder elkaar, wat het ijs breekt. Lichamen ontspannen zich. “De workshop is nu al geslaagd, ik heb al 5 keer gelachen”, zegt een deelnemer. Er werden woorden gemaakt en verklaard zoals : canvasastronaut, pepermoleninlegkruisje, … Als afsluiter van de voormiddag volgt een beeldenstorm van associaties met de ene inside joke na de andere. Het kan blijkbaar ook een stukje groepstherapeutisch werken…

Na de middagpauze stuurde de groep me aan voor een 5-tal groepsfoto’s te maken. Dit beslisten ze als groep en hadden ze 5 minuten voor : de klassieke klasfoto, de stoere bende, de ‘stilstaande’ springfoto, en de echte springfoto, en tot slot de vleeshoop. Gratis begeleid worden door 20 fotografie-docenten om foto’s te maken. Het was een belevenis. Daarna zongen ze beurtelings meezingers in een kring om hun stemmen op te warmen voor een nummer dat ze zelf aangepast hadden voor een afscheidnemende collega. “De fotografie” van “De Nieuwe Snaar” zit voor eeuwig als oorwurm in m’n hoofd… of toch afgelopen weekend. Daarna was het tijd voor groepschoreografieën alsof ze voorbereid waren. Afsluiten deden we met in groepgemaakte slagzinnen/bumperstickers (je weet wel genre “Ik rem voor dieren.”). Volgende wijze zinnen werden geproduceerd :

“Vooruitgaan, is de inhoud negeren.”
“Intellectueel zijn, doet pijn.”
“Leef beter, sterf rapper.”
“Knipoog naar jezelf in de auto.”
“De fouten zijn geen fouten. Ze zijn een kracht.”

Uiteraard werd er ook weer duchtig gefaald in de vorm van absurde onzin :
“Geef gas door dikke en mooie onvindbare bonen.”
“Joepie, kabouters zijn onvindbaar en dikke prinsessen zijn het plastisch equivalent.”
“Ai, pijn aan niemand zijn been.”

In het evaluatierondje op het einde bekenden enkelen dat ze eerst opzagen tegen de teambuilding in september, maar dat dit een schot in de roos was. Ook bevestigde het velen in hun al bestaande visie dat spelen/experimenteren veel doet leren. En dat er een mooie ruimte voor falen & fouten mag zijn. De opdrachtgever stuurde nadien nog : “Ja, ‘t was een beetje een gok. Dit kiezen als teambuilding,. Je merkte wel de onzekerheid in het begin, maar goed aangepakt met die eenvoudige start en de veiligheid die je hebt uitgezet.”

Daarna fietste ik voldaan weg van het KISP Volwassenonderwijs. Tevreden na een fijne dag. NANANANANANANA… NANANANANANANA… (clickforsound).

Monoloog zoekt scène

”De Armando” is een improvisatietheatershow, zoals er velen zijn. Als je naar de show gaat zien, vraagt een van de spelers een suggestie aan het publiek. Dat kan een woord zijn bijvoorbeeld. Een van de spelers (of een gast-monologist) doet dan een monoloog vertrekkend vanuit de suggestie en zichzelf. De monoloog kan een echtgebeurd verhaal zijn, een verzameling anecdote’s, een hoop meningen of een andere mengelmoes. Na een korte monoloog (3 minuten) worden er een aantal scènes geïmproviseerd voor een 10-tal minuten. Deze scènes zijn geïnspireerd op de monoloog. Daarna komt de monologist terug met een monoloog die vertrekt vanuit de gespeelde scènes. Waarna weer een aantal scènes gespeeld worden geïnspireerd op de tweede monoloog. Hetzelfde gebeurt nog een derde keer. 

SCHEMA :

Monoloog 1 : beginsuggestie – voort associëren kan.

Scènerun 1 o.b.v. monoloog 1.

Monoloog 2 : element uit scènerun 1 – wat kan het zijn? object, plek, emotie, beweging,…

Scènerun 2 o.b.v. monoloog 2.

Monoloog 3 : element uit scènerun 2 – wat kan het zijn? object (bvb. object uit laatste scène vasthouden), plek, emotie, beweging,…

Scènerun 3 o.b.v. monoloog 3.

Nog wat over die monoloog :

De monoloog wordt niet op voorhand voorbereid, het is dus in principe geen comedybit of theatermonoloog. Wel wordt er geoefend in het vertellen van waarachtige autobiografische verhalen te vertellen uit je hoofd. De bereidheid om eerlijk te zijn, doet ertoe, als je een monoloog doet. Want soms willen mensen die voorbereiden of iets presteren. De idee is dat je in het moment iets ontdekt zelf in de monoloog, waar je zelf ook terug iets ontdekt. (Wees los & blijf in het moment, en geef detail.) Maar laat dit je ook niet tegenhouden om mee te experimenteren. 

Het kan als volgt gaan : “snoep” is de suggestie. 

“Snoep doet me denken aan napoleonnekes, en napoleonnekes doen me denken aan bezoekjes aan oma. Oma had altijd een snoeppot die ze bovenhaalde om vier uur op zondag. M’n zussen en ik keken hier naar uit. Eigenlijk was heel die autorit van 30 km verteerbaar omdat we een napoleonneke zouden krijgen. Het avondmaal vonden we, ik toch, minder lekker. Pistolets met vleessalade. Vleessalade, dat was zo versneden hesp, ajuintjes, augurk, wat peterselie en dan een mayosaus en nog wat verbrokkeld ei. De hesp, peterselie en ei lustte ik. De rest niet. Ge hebt soms van die gerechten waardoor je door ingrediënten die je lust, de rest ook verteerbaar maakt. Bij vleessalade was dat niet het geval. Ik was daar picky over. Ze noemden m’n zussen en mij dan ook de pikkers, omdat we wat kieskeurig waren en niet al dat eten lustten. De andere neven en nichten noemden ze de boefers, die lusten alles…”

Het verband van het eigen verhaal en de suggestie mag dus indirect zijn, want idee is dat je een geïnspireerd verhaal vertelt. 

De monoloog moet geen begin/midden/einde hebben. Kan ook opsomming zijn hoe het is op te groeien als … in … Als je niet exact herinnert wat je zei (foggy), dan zeg je dat ook: ik kan me niet herinneren wat ‘k zei tegen die flik, maar het was iets zoals… Blijf dus echt! Einde van monoloog: sluit af met een opsomming of een les/moraal, of conclusie of iets anders!

OEFENINGEN :

1_vrij associëren in groep met filter autobiografie.

2_verhaal dat je al vaak vertelde, met meer details vertellen, details over plekken, emoties, mensen,… 

3_fictief verhaal – KLEUR-DETAIL-VERHAAL-EMOTIE.

4_de loef afsteken: verhalenaflossing – telkens ingaan als je een eigen verhaal/mening/… herinnert.

5_associeer tot verhaal/anecdote/mening in je hoofd springt, omdat ze inspireert, of omdat je ze al 100 x verteld hebt, of omdat….

6_doe monoloog vanuit personage (met eigen perspectief op de wereld)

HOOFDSUGGESTIE: 

? twitterhashtags van vandaag. – wikipedia –

? welk cadeau gekregen

? laatste reis

? artikel in tijdschrift

? voorwerp in je rugzak

(Versie playback theatre : verhalen halen uit iemand van het publiek.)

Nog wat over scènes

Wordt er gespot/gelachen met het verhaal? Neen, de intentie is niet om de monologist in lastig parket te brengen, of te shamen. Het doel is om de grappige, inspirerende elementen van het verhaal te vieren, plagerig daar mee omgaan. De monologist mee doen lachen. Het zijn ook geen re-enactments of herspelingen, maar men zoekt naar het ongewone, het absurde, of het interessante van het verhaal. Kan zelfs klein detail zijn als basis van alle scènes.

Dus voor de spelers : goed luisteren naar verhaal, maar ook luisteren tussen de lijnen, niet zomaar het verhaal zelf. De scènes gaan over de menselijke aard, maar maak het scenisch, fictionaliseer het. Een soort experimentele ‘wat-als’. Iets van de monoloog nemen, en die scène recreëren in een andere realiteit. Kortom : Kijk naar de waarheid, en doe iets analoogs. Niet naspelen van de monoloog, niet slaafs volgen wat er in de monoloog verteld wordt.

Wat kan inspireren bij het luisteren & kijken (luisteren met je ogen)? van groot tot klein, kleine soorten info, kan locatie zijn, een relatie, een situatie, een emotie, wat heel duidelijk naar voren komt …

Hoe luisteren? alsof je een opinie hebt, in jezelf reagerend op wat gezegd wordt, wat jezelf raakt… dit helpt je te herinneren, en ook in het vinden van personages en hun “deal” of hun ‘game’ of “filosofie”. En personages met een perspectief onttrokken uit de monoloog zijn fijne startpunten.

Een scènerun is gefocust op 1 ding uit de monoloog, niet op een aantal verschillende zaken.

Als monoloog zwaar (meestal) is, kan het net interessant zijn om de scènes licht & speels te houden. Omdat je de zwaarte al had.