Politiek correct of niet : help, waar gaat dat nu eigenlijk om?

‘Doe eens niet zo geconstipeerd. Er is al genoeg politieke correctheid’, zegt hij. Want dat ben ik in zijn ogen : geconstipeerd. Hij is de improvisatietheaterspeler die ik net daarvoor vroeg waarom hij het woord met die “n” in die ene scène gebruikte. Ik druip af, want de neiging om niet de partypooper te zijn, bekruipt me.

Dat van die partypooper, dat zegt hij niet, maar dat denk ik, voel ik. Maar wil ik niet voelen. Ook de zaag wil ik niet zijn, en dat heeft hij ook niet gezegd. Ik zet het gesprek in m’n hoofd voort… en zeg hem het volgende : ‘Zeg, ik wou gewoon die vraag stellen. Misschien was je gestresseerd of dacht je dat mensen in het publiek het grappig zouden vinden dat je gewoon even voor het plezier het woord met die “n” zei. Geen idee waarom je dat denkt trouwens. Ok, ik weet dat je geen racist bent, maar er zijn toch veel mensen die al gevraagd hebben om dit woord niet meer te gebruiken als het over hen gaat, waarom doe je dat dan?’

Als ik m’n Twitter check, staan daar ook zo’n schijnbaar beredeneerde uitvluchten. Uitvluchten van de kruisvaarders der politieke incorrectheid, zo noemen ze zichzelf. Laat ik ze vanaf nu pickies noemen. Pickies zijn politiek incorrecte mensjes die snel op het spreekwoordelijke pikje getrapt zijn als je een opmerking maakt over hun eenzijdig taalgebruik. Met hun klavier als intermediair, reply’en de pickies al eens ‘Jij zit in een bubbel’ of ‘Je bent naïef, jij veel te zacht sneeuwvlokje, dat tegen geen stampje kan.’ Ik lees in hun profiel dat ze geen blad voor de mond nemen, dat ze vrij denken, en dat ze realist zijn. Onder dit realisme begrijpen ze blijkbaar ook dat ze de problemen benoemen zoals ze zijn. Problemen zoals de wollige stinksokjes van mekkerende groene klimaatmeisjes, pleidooien van naïeve Vlaanderenverradende asielcriminelenhelpende collaborerende juristen, of de Yogaposes van linkieblinkies met weggesnoven neustussenschot. Dat leert me een kort partijtje browsen door hun tweets. Vaak maar niet altijd zie ik foto’s van blanke mannen bij deze profielen staan. Ik probeer vruchteloos de pickies niet in een hokje te steken. En ik wil ook de collega-improvisatietheaterspeler die dat woord met die “n” zei daar niet in ophokken. Hij mag dat zeggen & denken. Ik wil niemand de mond snoeren.

De vaandeldrager der kruisvaarders van de politieke incorrectheid in het comedymilieu had me wel ooit mee. ‘Political correctness is fascism having manners’, debiteerde hij. Hij, gevierd comedian George Carlin, stelt dat je altijd wel een groep kan vinden die in het gat gebeten is. In hun gat gebeten, omdat je ze met een bepaald woord niet mag omschrijven. Hij geeft een hele opsomming van woorden die verwijzen naar verschillende onderdrukte bevolkingsgroepen… Het zijn maar woorden, zegt Carlin. En nog : de context en de intenties van de spreker zorgt ervoor dat deze woorden goed of slecht zijn. Carlin heeft die woorden gebruikt, en het publiek lachte mee. Het leek alsof hij niet iemand beledigde, tenzij dan de geconstipeerde politiek correcte. Hij mag dat denken & zeggen. Ik wil niemand de mond snoeren.

Echter ik praat met m’n medemens en sprong gezwind en ongeconstipeerd van die barricade der politieke incorrectheid. Een van m’n beste vrienden valt namelijk voor mannen. Ik vroeg hem ooit wat hij ervan vindt moest ‘k hem dat woord met die “j” noemen. Hij zei dat hij dat niet zou appreciëren, als het in groep was. Wel zou hij het ok vinden, moest het enkel in een gesprek tussen ons twee zijn… en dan nog enkel als het goedaardig plagend bedoeld was. Een andere vriend die ook voor mannen valt, was iets resoluter. Hij wou het woord enkel horen uit de mond van andere homoseksuele mannen. Ik begreep het, en daarom spring ik nog steeds niet politiek incorrect mee bij horen van T’NT’s hit ‘Al Wie Da Nie Springt’. Ook zou ik niet in naam van vrije meningsuiting “handjes kappen, de Congo is van ons” roepen naar zwarte meisjes op een zomerfestival. Dat zou eigenlijk even erg zijn dan het roepen van “Joodjes vergassen, Hitler was zo slecht nog niet” in het Diamantkwartier in Antwerpen. Het aantal slachtoffers van de Congolese holocaust door Leopold II en z’n kolonialen loopt net als die van de Joodse holocaust door Hitler en z’n nazi’s in de miljoenen.

En dan is er nog het waartoe mijn “ik” zou behoren. Het hok van de witte heteroseksuele man/jongen. Enkele witte heteroseksuelen uit mijn hok maakten ooit de stempels met het woord met een “j” en “n” op.  Andere witte heteroseksuelen stempelden er onnadenkend mee verder – je kan toch wel tegen een stootje -, en nog andere witte heteroseksuelen keken en hoorden de andere kant op. Maar ik laat me met plezier dat schuldgevoel aanpraten. Het is leuker dan je denkt. En je kan op zoveel andere manieren met mensen praten en mopjes maken. Ik stem er volmondig mee in dat woord niet meer of ten minste omzichtig te gebruiken. En waarschijnlijk zullen er pickies blijven, die aan minder omzichtig politiek incorrect woordgebruik doen of de problemen blijven benoemen. Dat mag. Maar dan zal ‘k gewoon zeggen ‘niet grappig, probeer eens wat anders’. Het is je eigen keuze, want je mag dat denken & zeggen. Ik wil niemand de mond snoeren. Maar alsjeblief, probeer dan wel om te leren gaan met het gevolg dat sommigen jou niet grappig vinden, niet meer naar je luisteren, of een beetje raar zwijgend schuifelen op hun stoel. Humor verandert.

P.S. Als je wilt, mag je me altijd vragen bepaalde woorden niet of anders te gebruiken. Ook de Flamands en de Boomers.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *