Categorie: Blog

Indruk van een Improjam in april in Zaal Zirkus

(door Els Van Praet)

Als improviseren draait rond samen spelen in het hier en nu en onverwachte momenten creëren, dan is de ImproJAM van FUS! een grote speeltuin waarin alles kan en alles mag. Ik wou al lang een keer meedoen om wat te prutsen en proberen en vooral omdat het wel spannend is om met mensen te spelen die je (nog) niet kent. 
Er was dertig of veertig man, ik ben niet zo goed in tellen, maar het was zeker een heel grote groep enthousiaste impro-spelers uit alle windstreken. Allemaal mensen die wilden spelen en dingen testen of uitproberen. 
Na een ietwat chaotische opwarming, niet moeilijk met zo veel volk werd er snel gekozen voor scènes spelen. Kort en krachtig en met verschillende insteken. Scènes met tafel, uitbeelding van een dag uit het leven van een beroep op een kort liedje, een zo slecht mogelijke scène, een interview met een reporter ter plaatse, een scene met echt iedereen samen, … en nog veel meer. Alles kon met een beperkt publiek dat wist dat hier geëxperimenteerd werd. En net dat experimenteren geeft vrijheid om je vollen bak te smijten en om er te zijn voor elkaar in scènes als het nodig is.  
Het was een unieke avond in een tof zaaltje in Antwerpen, een plek vol speelplezier, en ruimte om met plezier naar elkaar te kijken en gelijkenissen of verschillen te vinden. Nadien was het moeilijk om de glimlach van mijn gezicht te krijgen. Kortom het is een avond die ik iedereen die het onverwachte wel kan smaken zou aanraden.

(meer info : fusimprov.be/jams)

Workshop Improvisatietheater bij KIDS Hasselt

“Hej Katrien, willen jullie een verslagje maken van de namiddag? Het is wel al paar maanden geleden…”

”Tuurlijk, door kinderen of begeleiders?”

”Beide?”

”Ok, ik stuur het je weldra!”

Bij KIDS Hasselt komen kinderen, jongeren & jongvolwassenen met bijkomende ondersteuningsvragen. Dit zijn enkele reacties van dove jongeren & jongvolwassenen:

“Het was super fijn, echt top en ik wil dat Pieter nog eens langskomt!!!”

“Ik vond het heel grappig en wil het nog eens doen!”

“Voor mij was het ok, ook wel grappig en Pieter is een aangename man.”

“Vooral de oefening rond ‘zen’ worden vond ik fijn. Het was ook grappig en we deden leuke spelletjes. Pieter kan goed Vlaamse Gebarentaal.”

“We deden leuke opdrachten. Ik wil graag een top 3 maken van de spelletjes maar eigenlijk vond ik alles heel fijn. Pieter is een leuke man, hij kan goede grapjes maken en hij kan ook goed gebaren.

De begeleiders vonden aangenaam hoe er met onze jongeren & jongvolwassenen gewerkt werd. De groep werd goed aangevoeld en in handen genomen, waardoor er bij iedereen gevoel van rust komt. Ook daarom blijft iedereen betrokken deelnemen! Ook jongeren die normaalgezien niet zo snel gebruik maken van Vlaamse Gebarentaal of begeleiding voor wie toneel, expressie buiten zijn of haar comfortzone ligt, voelen zich toch comfortabel om mee te doen.

Pieter waakte over dat iedereen altijd alles begreep, ook al vroeg dit soms héél veel inspanning. Uitdagende onderwerpen zoals staking, genderidentiteit & emoties werden ook niet uit de weg gegaan. Soms vragen we ons als begeleiders af of deze onderwerpen niet te veel impact zouden hebben op sommige jongeren. In een speelse improvisatietheatercontext kunnen deze thema’s echter ook een plek krijgen en op een manier verwerkt worden.

Tijdens de activiteit voelde je de verbondenheid tussen de deelnemers. Ze zijn trots op hun kennis van Vlaamse Gebarentaal en zijn blij dat de activiteit echt inclusief is. Sommige jongeren denken nog steeds dat Pieter doof is 😉

Een clown

Een clown speelt zelfloos.

Een clown klampt zich niet vast aan ideeën, concepten of een zelf. 

Een clown danst & speelt door alles wat zich aandient.

Een clown kiest en laat even gemakkelijk die keuze vallen. 

Een clown kan ook vastzitten aan het niet willen vastzitten aan een keuze. 

Een clown hoort erbij en hoort er niet bij.

Een clown is echt, brutaal, kwetsbaar, ongepast, ridicuul, aandachtsslaaf,… van het eigen spel.

Een clown kan niet slecht spelen. 

Een clown laat niets in het spel uit de boot vallen. 

Een clown ziet alles wat ie ziet. 

Een clown leeft van het publiek en van het leven.

Opwarmers

Je zit graag met al een iets losser publiek, als je interactie wilt. Ook is het fijn dat je publiek meer ontspannen is. Niet enkel voor zichzelf, maar ook voor hun rol tijdens sommige scènes of spelletjes. Hieronder een lijstje:

  • 1-2-3: klap, stamp, wuif of eigenlijk elke andere ingeving die je van je publiek kan vragen… een gil, een ‘oooooooh’, een ‘waaaaw’, …
    MC/spelers wisselen met het publiek af in het tellen. 
    MC/Spelers: 1
    Publiek: 2
    MC/spelers: 3
    Publiek: 1
    MC/spelers: 2
    Publiek: 3 

    Doe het opnieuw, maar deze keer wordt de 1 vervangen door een klap
    Doe het verder, maar vervang de 2 door een stamp op de grond. 
    Doe verder en vervang de 3 door een wuif. 
  • De applaus-meter: mc gaat met de hand van laag naar hoog en het publiek applaudisseert mee. 
    Alternatief: van beleefdheidsapplausje wanneer de scène niet zo goed is, naar een ohhh-applaus voor een scène die emoties raakt tot een beste fake lach bij een hilarische scène.
  • Ping pong ball (Jimmy’s got a head like a ping pong ball) – MC verdeelt het
    publiek in 3 delen 
    Groep A: ping 
    Groep B: pong 
    Groep C: bal
    Spelers laten meezingen, MC wijst het publiek aan wanneer zij moeten zingen.
    Liedje is: Jimmy’s got a head like a ping pong ball, jimmy’s got a head like a ping pong ball. Jimmy’s got a head like a ping pong ball, like a PIIIIINNNNG PONG BALL.
    Op dit ritme. 
    https://www.youtube.com/watch?v=YIbYCOiETx0&ab_channel=MilwaukeeSymphonyOrchestra
  • My Bonny is over The Ocean… samen zingen bij elke B rechtstaan/zitten.
  • Tennismatch
    publiek in 2 verdeeld – uh en oh! En eventueel 1 persoon die je vraagt, om de score bij te houden (15-0, 15-15…)
    MC wijst de publieksgroepen aan
  • Afvalrace – MC stelt aan de hand van bvb. De Slimste Mens – weetjesvragen of het nieuws van de dag-vragen aan het publiek (of je zoekt als MC je ideale partner… wie is er een vrouw? al de rest gaan zitten? wie woont er in Gent (ik hou van nabijheid)? al de rest gaan zitten… wie er overblijft…)
    Is het antwoord negatief dan gaat het publiek zitten. De overblijver “wint”.
    Bvb.
    o Zijn de bosbranden in Australië ontstaan door een scheet? Ja/nee
    o Schoor Alex Callier zijn wenkbrauwen? ja/nee
  • Variant op afvalrace, maar dit heet volkstelling. Voor wie “ja” het antwoord is, roept “ja”. De rest mag gewoon zwijgen. bvb. voorzichtig beginnen – wie is met fiets gekomen, wie komt uit Gent… wie heeft zijn hand nog niet kunnen opsteken en is boos op mij …
  • Ongehoorzame burger/Tegengestelden: JE stelt vragen of geef commando’s die men moet “ongehoorzamen”, dus tegengesteld beantwoorden/uitvoeren. Dit is opwarming uit “Theatre of the Oppressed” van Augusto Boal. En vrij aan te vullen met vragen/commando’s naar eigen goesting… Hier gaan we: “Ben je een man?” Als je man bent, moet je dan neen antwoorden. “Wat zegt een hond?” Miauw. “Wat zegt een kat?” Woef. “Klappen met de handen”: dan moet publiek stampen met voeten (en omgekeerd), “Sta recht!” opstaan/gaan zitten
  • Deel het publiek in 3 of 4 groepen op en geef elke groep een geluid. 
    Oefen het geluid met de verschillende groepen. 
    Vertel een verhaaltje en gebruik de geluiden als een soundeffect. 
    bvb Auto – groep A zegt ‘Tuut tuut’ 
    Collega – groep B zegt ‘Haallllooooo’ 
    Weekend – groep C zegt ‘Tequila’
    Hond – groep D zegt ‘woef woef’

    Deze ochtend vertrok ik met de fiets naar het werk. En ik werd de pas afgesneden door een auto (groep A zegt Tuut tuut). Ik stak mijn hand omhoog en ik zag dat het mijn collega was (groep B zegt Haaallllooo). Snel voelde ik het schaamrood op mijn wangen. Die collega (Halloooo) van mij was ik dit weekend (groep C zegt Tequila) ook al tegengekomen. Toen moest was ik aan het wandelen met mijn hond (groep D zegt woef woef). Want weekendwandelingen (tequila) vindt de hond (woef woef) het leukst, dan rijden we met de auto (tuut tuut) naar een bos. 

    Alternatief
    Laat alle mensen op jouw teken naar iemand wijzen die volgens hen de harigste
    is. De persoon waar de meeste mensen naar wijzen is jouw slachtoffer. Hij moet
    oefenen op het maken van dierengeluiden. Laat hem of haar kiezen welk harig
    dier hij of zij zal imiteren. Vertel dan een klein verhaaltje waarbij het publiek
    bepaalde geluiden moet maken en ook de harigste persoon.
  • Applaudiseer & ooouuu, oooeeeh, aaaah-wedstrijd: Mannen versus vrouwen. Gentenaars versus niet-Gentenaars. Linkse deel versus rechtse deel. Publiek vooraan versus publiek achteraan. 
  • Antwoord roepen op 123: roep je eigen naam, naam buur links, buur achter, voor wie je komt op 123, je woonplaats, je favoriete kleur, je pin-code…
  • Regeltjes van de show in spelletje :
    • Mensen wiens gsm afgaat, wordt uitgelachen, en uitgejoeld. Even testen, wat als m’n gsm nu zou afgaan.
    • Suggestietester: met vragen naar publiek waar ze op mogen roepen.
    • Roep eens allemaal DIE, als ik …
    • Doe eens “ooooeee” , dat hebben we nog nodig straks bij een raadspel.
  • Afval-blikken: 4opties: kijk voor u, kijk links, kijk rechts, kijk achter u. Als ge in iemands ogen kijkt, schrik je en zeg je AAAAA en val je af. (dj speelt angstig muziekje). Idem, maar nu bij oogcontact, begin je te glimlachen en zeg je HALLO DAAR! (dj speelt achtereenvolgens blij, verliefd, sensueel muziekje
  • Massageopwarming
  • Supporteropwarming.
  • Waregem KOERSE / SKIEËN.
  • Choreografieverhaal opwarming/Nederland in beweging

Het FUS! Speelcollectief

FUS! is een speelhuis met veel speelplekken in Gent en Antwerpen. We zitten soms in Borgerhout of Berchem, dan weer in Gentbrugge of Sint-Amandsberg. Je kan er terecht voor basisreeksen, cursussen of eenmalige workshops improvisatietheater. Ook om toegankelijk actueel theater te zien, kan je een kijkje nemen naar het show-aanbod. 

Daarnaast is FUS! een plek voor iedereen. Als je reeksen en workshops gevolgd hebt, kan je kiezen om bij het FUS! Speelcollectief te komen. Daar kan je op jaarbasis je verder ontwikkelen en trainingen volgen. Dat wil zeggen, dat je in aanmerking kan komen om gevraagd te worden voor te spelen in een show of shows. In onze shows kunnen een verscheidenheid van mensen meespelen. Als improvisator in shows spelen, is ook een erg vruchtbare bodem voor nieuwere leden om hun skills te ontwikkelen. En daarvoor is er vertrouwen. Mensen leren het meest door te performen. Dit kan lang duren, maar het is het waard om als improvisatietheaterorganisatie vertrouwen te hebben in mensen. Sommigen doen er 6 jaar over om een top-performer te worden. De ene wil groeien en groeit gestaag. De andere wil niet groeien en plafonneert. Maar toch wil het FUS! Speelcollectief een plek zijn gericht op groei voor iedereen. Typische theater-uitsluiting werkt niet goed bij improvisatietheater-companieën. 

Je zal bij FUS! Dus ook shows zien die een hobbelige start hebben, scènes die niet van een leien dakje gaan, spelers die je 2 jaar geleden nog niet bekoorden zoals ze dat nu doen. Dus wees welkom voor wat je zoekt. Een basisreeks of 3, ontwikkeling als improvisator, wens om show-formats te ontwikkelen…

Flitsend materiaal (KISP Fotografie)

Begin september 2022. Te KISP Volwassenenonderwijs in de Holstraat in Gent. Een 20-tal docent-fotografen van KISP staan me op te wachten. De ene geeft verlichtingstechnieken, reportage, of locatieportret/studioportret. De andere architectuur/interieur/landschap, beeldtaal of beeldbewerking. Een groep visuele denkers. Spannend. Ze weten niet wat ze mogen verwachten, omdat ze geen idee hebben dat het een teambuilding met als thema “improvisatietheater” wordt.

Vooraf afgesproken met de opdrachtgever dat de workshop improvisatietheater onder andere de nadruk mag leggen op spelplezier, (non-)verbale communicatie, creatief denken (convergent & divergent), groepsbinding. Maar de deelnemers hebben er dus niet voor gekozen. Dus een zachte opbouw, niets geforceerd, met aangeven dat men opdrachten uiteraard kan skippen. Wat ‘k eerder meedeel als geruststelling.

De meesten hebben dit nog nooit gedaan en de verwachtingen bij het horen van het woord improvisatietheater lopen uiteen. “Elkaar leren kennen” zegt de ene. “Dat ‘k ga lachen”, zegt de andere. En nog : “De comfortzone verlaten.” “In de flow zitten en te veel denken uitschakelen.” “Ad rem kunnen zijn en out of the box denken.” “Inspelen op het moment zonder plan.”

Zelf hoop ‘k dat men ook wat serieuzere zaken meeneemt uit een in opzet “speelse dag”. Namelijk inzicht dat een speelse pedagogie ook kan werken en inzicht in waarom bepaalde oefeningen effect hebben op ons creatief brein. En hoe dat creatief brein geprikkeld kan worden en dat er rek op zit.

In de binnentuin spelen we die dag een hele reeks spel-opzetten, met ruimte voor feedback & reflectie. Er wordt divergent gedacht en 100 manieren bedacht om tegelijk een vierkant & een driehoek te maken. “Appel-appel-appel” roept de ene, waarna de andere “kaki-kaki-kaki” zegt. Er wordt in stijl gefaald onder elkaar, wat het ijs breekt. Lichamen ontspannen zich. “De workshop is nu al geslaagd, ik heb al 5 keer gelachen”, zegt een deelnemer. Er werden woorden gemaakt en verklaard zoals : canvasastronaut, pepermoleninlegkruisje, … Als afsluiter van de voormiddag volgt een beeldenstorm van associaties met de ene inside joke na de andere. Het kan blijkbaar ook een stukje groepstherapeutisch werken…

Na de middagpauze stuurde de groep me aan voor een 5-tal groepsfoto’s te maken. Dit beslisten ze als groep en hadden ze 5 minuten voor : de klassieke klasfoto, de stoere bende, de ‘stilstaande’ springfoto, en de echte springfoto, en tot slot de vleeshoop. Gratis begeleid worden door 20 fotografie-docenten om foto’s te maken. Het was een belevenis. Daarna zongen ze beurtelings meezingers in een kring om hun stemmen op te warmen voor een nummer dat ze zelf aangepast hadden voor een afscheidnemende collega. “De fotografie” van “De Nieuwe Snaar” zit voor eeuwig als oorwurm in m’n hoofd… of toch afgelopen weekend. Daarna was het tijd voor groepschoreografieën alsof ze voorbereid waren. Afsluiten deden we met in groepgemaakte slagzinnen/bumperstickers (je weet wel genre “Ik rem voor dieren.”). Volgende wijze zinnen werden geproduceerd :

“Vooruitgaan, is de inhoud negeren.”
“Intellectueel zijn, doet pijn.”
“Leef beter, sterf rapper.”
“Knipoog naar jezelf in de auto.”
“De fouten zijn geen fouten. Ze zijn een kracht.”

Uiteraard werd er ook weer duchtig gefaald in de vorm van absurde onzin :
“Geef gas door dikke en mooie onvindbare bonen.”
“Joepie, kabouters zijn onvindbaar en dikke prinsessen zijn het plastisch equivalent.”
“Ai, pijn aan niemand zijn been.”

In het evaluatierondje op het einde bekenden enkelen dat ze eerst opzagen tegen de teambuilding in september, maar dat dit een schot in de roos was. Ook bevestigde het velen in hun al bestaande visie dat spelen/experimenteren veel doet leren. En dat er een mooie ruimte voor falen & fouten mag zijn. De opdrachtgever stuurde nadien nog : “Ja, ‘t was een beetje een gok. Dit kiezen als teambuilding,. Je merkte wel de onzekerheid in het begin, maar goed aangepakt met die eenvoudige start en de veiligheid die je hebt uitgezet.”

Daarna fietste ik voldaan weg van het KISP Volwassenonderwijs. Tevreden na een fijne dag. NANANANANANANA… NANANANANANANA… (clickforsound).

Monoloog zoekt scène

”De Armando” is een improvisatietheatershow, zoals er velen zijn. Als je naar de show gaat zien, vraagt een van de spelers een suggestie aan het publiek. Dat kan een woord zijn bijvoorbeeld. Een van de spelers (of een gast-monologist) doet dan een monoloog vertrekkend vanuit de suggestie en zichzelf. De monoloog kan een echtgebeurd verhaal zijn, een verzameling anecdote’s, een hoop meningen of een andere mengelmoes. Na een korte monoloog (3 minuten) worden er een aantal scènes geïmproviseerd voor een 10-tal minuten. Deze scènes zijn geïnspireerd op de monoloog. Daarna komt de monologist terug met een monoloog die vertrekt vanuit de gespeelde scènes. Waarna weer een aantal scènes gespeeld worden geïnspireerd op de tweede monoloog. Hetzelfde gebeurt nog een derde keer. 

SCHEMA :

Monoloog 1 : beginsuggestie – voort associëren kan.

Scènerun 1 o.b.v. monoloog 1.

Monoloog 2 : element uit scènerun 1 – wat kan het zijn? object, plek, emotie, beweging,…

Scènerun 2 o.b.v. monoloog 2.

Monoloog 3 : element uit scènerun 2 – wat kan het zijn? object (bvb. object uit laatste scène vasthouden), plek, emotie, beweging,…

Scènerun 3 o.b.v. monoloog 3.

Nog wat over die monoloog :

De monoloog wordt niet op voorhand voorbereid, het is dus in principe geen comedybit of theatermonoloog. Wel wordt er geoefend in het vertellen van waarachtige autobiografische verhalen te vertellen uit je hoofd. De bereidheid om eerlijk te zijn, doet ertoe, als je een monoloog doet. Want soms willen mensen die voorbereiden of iets presteren. De idee is dat je in het moment iets ontdekt zelf in de monoloog, waar je zelf ook terug iets ontdekt. (Wees los & blijf in het moment, en geef detail.) Maar laat dit je ook niet tegenhouden om mee te experimenteren. 

Het kan als volgt gaan : “snoep” is de suggestie. 

“Snoep doet me denken aan napoleonnekes, en napoleonnekes doen me denken aan bezoekjes aan oma. Oma had altijd een snoeppot die ze bovenhaalde om vier uur op zondag. M’n zussen en ik keken hier naar uit. Eigenlijk was heel die autorit van 30 km verteerbaar omdat we een napoleonneke zouden krijgen. Het avondmaal vonden we, ik toch, minder lekker. Pistolets met vleessalade. Vleessalade, dat was zo versneden hesp, ajuintjes, augurk, wat peterselie en dan een mayosaus en nog wat verbrokkeld ei. De hesp, peterselie en ei lustte ik. De rest niet. Ge hebt soms van die gerechten waardoor je door ingrediënten die je lust, de rest ook verteerbaar maakt. Bij vleessalade was dat niet het geval. Ik was daar picky over. Ze noemden m’n zussen en mij dan ook de pikkers, omdat we wat kieskeurig waren en niet al dat eten lustten. De andere neven en nichten noemden ze de boefers, die lusten alles…”

Het verband van het eigen verhaal en de suggestie mag dus indirect zijn, want idee is dat je een geïnspireerd verhaal vertelt. 

De monoloog moet geen begin/midden/einde hebben. Kan ook opsomming zijn hoe het is op te groeien als … in … Als je niet exact herinnert wat je zei (foggy), dan zeg je dat ook: ik kan me niet herinneren wat ‘k zei tegen die flik, maar het was iets zoals… Blijf dus echt! Einde van monoloog: sluit af met een opsomming of een les/moraal, of conclusie of iets anders!

OEFENINGEN :

1_vrij associëren in groep met filter autobiografie.

2_verhaal dat je al vaak vertelde, met meer details vertellen, details over plekken, emoties, mensen,… 

3_fictief verhaal – KLEUR-DETAIL-VERHAAL-EMOTIE.

4_de loef afsteken: verhalenaflossing – telkens ingaan als je een eigen verhaal/mening/… herinnert.

5_associeer tot verhaal/anecdote/mening in je hoofd springt, omdat ze inspireert, of omdat je ze al 100 x verteld hebt, of omdat….

6_doe monoloog vanuit personage (met eigen perspectief op de wereld)

HOOFDSUGGESTIE: 

? twitterhashtags van vandaag. – wikipedia –

? welk cadeau gekregen

? laatste reis

? artikel in tijdschrift

? voorwerp in je rugzak

(Versie playback theatre : verhalen halen uit iemand van het publiek.)

Nog wat over scènes

Wordt er gespot/gelachen met het verhaal? Neen, de intentie is niet om de monologist in lastig parket te brengen, of te shamen. Het doel is om de grappige, inspirerende elementen van het verhaal te vieren, plagerig daar mee omgaan. De monologist mee doen lachen. Het zijn ook geen re-enactments of herspelingen, maar men zoekt naar het ongewone, het absurde, of het interessante van het verhaal. Kan zelfs klein detail zijn als basis van alle scènes.

Dus voor de spelers : goed luisteren naar verhaal, maar ook luisteren tussen de lijnen, niet zomaar het verhaal zelf. De scènes gaan over de menselijke aard, maar maak het scenisch, fictionaliseer het. Een soort experimentele ‘wat-als’. Iets van de monoloog nemen, en die scène recreëren in een andere realiteit. Kortom : Kijk naar de waarheid, en doe iets analoogs. Niet naspelen van de monoloog, niet slaafs volgen wat er in de monoloog verteld wordt.

Wat kan inspireren bij het luisteren & kijken (luisteren met je ogen)? van groot tot klein, kleine soorten info, kan locatie zijn, een relatie, een situatie, een emotie, wat heel duidelijk naar voren komt …

Hoe luisteren? alsof je een opinie hebt, in jezelf reagerend op wat gezegd wordt, wat jezelf raakt… dit helpt je te herinneren, en ook in het vinden van personages en hun “deal” of hun ‘game’ of “filosofie”. En personages met een perspectief onttrokken uit de monoloog zijn fijne startpunten.

Een scènerun is gefocust op 1 ding uit de monoloog, niet op een aantal verschillende zaken.

Als monoloog zwaar (meestal) is, kan het net interessant zijn om de scènes licht & speels te houden. Omdat je de zwaarte al had.

FUS! Improvisatietheater Site

Improvisatietheatershows en cursussen improvisatietheater voor iedereen! Het FUS! Speelhuis is een groep mensen die improvisatietheater maken vanuit een professionaliteit en speelse passie. FUS! is actief in Antwerpen en Gent en biedt er shows en basisreeksen improvisatietheater aan.

Onze invloeden zijn The Lunatics, Inspinazie, The Loose Moose Theatre, IO Chicago, Wisper, Caque, Eva Kahan, Compagnie Amai, Jacques Lecoq, Keith Johnstone, Improbubble, Del Close, Patti Stiles, Inbal Lori, Tim Orr, Ohana, Tom Roos, Viola Spolin, Sven Verelst,…

Je wil zelf meer spelen op een podium. Dan is onze improvisatietheaterschool iets voor jou. 

Je wil een fijne avond beleven en een improvisatietheatershow zien. Check dan onze shows.

Je wil een teambuilding voor je bedrijf of organisatie organiseren. Of een vorming speelpedagogie, spreken voor groepen, communicatie, creativiteit, …

Je wil een vormende activiteit voor je school. 

Je wil een leuke verbindende activiteit samen met je vrienden (vrijgezellendag, verjaardag,…). Je wil een (thematische) show voor je evenement. 

Je zoekt een thematische workshop over flirten, spelinkleding, poëzie, creatief schrijven euh spreken…

FUS! helpt je graag verder. En werken graag een aangepast aanbod op maat uit.

Meer info vind je erover over door te klikken op :

cursussen improvisatietheater en shows improvisatietheater .

Oh nee! Een publiek!

Het publiek heeft bij (gewoon) theater een beperkte bijdrage als stille toeschouwer. Het stille publiek luistert & het gedrag van het publiek mag de gang van zaken op het podium niet beïnvloeden. Wel zijn er al eens spontane emotionele reacties zoals gelach of een verwondering. Ook zijn er verschillende soorten applaus: beginapplaus, tussentijdse applaus en eindapplaus (kan staande ovatie zijn). Anders verstoringen bestaan ook zoals hoesten, niezen, gsm-gerinkel,… Afkeurend gedrag door te fluiten of de zaal te verlaten (bij premières). Je kan zeggen dat het publieksgedrag bekans een ritueel is, zonder interactie. Na een voorstelling is het vaak “bang”(?) afwachten wat het wordt: een beleefdheidsapplausje? een gemeend applaus? of een enthousiaste staande ovatie?

Het publiek bij improvisatietheater heeft een actievere rol. De moderator/MC heeft een actievere rol, en gaat op een directe manier in contact met het publiek. Daarbij toch nog iets over die toeschouwers. Die zijn in het algemeen verlegen, met de bibber, of ten minste toch “opgewonden”. Zijzelf willen niet per se voor 200 mensen staan, zij zijn ook bang voor het podium. Wij zijn de gekken die dit doen, omdat we gek zijn en ook beetje getraind zijn.

Er valt heel wat te vertellen over een publiek bij improvisatietheater, een lijstje :

(1) Meestal krijg je terug van je publiek wat je zelf uitstraalt. Mensen zijn sociale wezens vaak en spiegelen wat ze voorgeschoteld krijgen. Dat kan vanalles zijn, gaande van de emotie, de ondertoon, de energie, de openheid, de aandacht …

(2) Wat grappig zijn betreft, MC’en is geen stand-up. Probeer dus niet grappig te zijn, humor is grotendeels sociaal bepaald als MC door de band die je hebt met je publiek. 

(3) Behandel je publiek als helden, hou van hen. Wees respectvol naar je publiek. Luister ook keihard naar je publiek. Je publiek is de koning. Beledig ze niet. 

(3.1) Ten eerste, bejegen ze positief, no matter what. Gebruik een beetje de “ja, en…”-filosofie… het is juist… wat je publiek zegt. Stem in met alles van uw publiek, zeg “ja” tegen alle ideeën. Als ze geen suggesties hebben: ook fijn! Je kan altijd zeggen dat je toch wel moeilijke vragen stelt. 

(3.2) Ten tweede, beledigen is wat vreemd, maar plagen mag toch. Tuurlijk! Goedaardig plagen is geweldig… bvb. over zaken waar mensen niet onzeker zijn, dat kan zijn dingen die tijdelijk zijn, gewoon vaak voorkomend zijn, of niet de kern van hun identiteit is. Daar kan je mee dollen. Bvb. verderaf van iemand zitten als die zegt dat die ziek is. (Wie identificeert er zich nu met een ziekte?). 

(3.3) Ten derde, gebruik jezelf als grap. Je kan als presenator persoonlijk & niet-aanvallend antwoorden vanuit je eigen history. bvb. Als toeschouwer zegt geboren te zijn in 1988, kan je zeggen dat je oksels toen nog geen haar hadden, of dat je toen de eerste keer op straf werd gezet, of… In deze vraag lach je niet met je toeschouwer, maar deel je iets “spontaans” mee over jezelf. Je kan ook jezelf de “but of the joke” maken : stel, iemand antwoord als beroep boekhouder… kan je vragen of die je boekhouding wilt doen, omdat je elk jaar altijd maar meer belastingen moet betalen. Je kan als MC ook subtekst gebruiken die tegengesteld is van wat je effectief zegt. Ego-boosters op negatieve manier werken ook. Bvb. over Bartje… Bartje, wil jij eens niet komen…ze kennen u al meer dan dat ze Caque kennen op donderdagavond in Het Volkshuis. 

(3.4) Ten derde, respecteer hun persoonlijke ruimte.

(4) Wat met mensen uit het publiek halen? Als je mensen uit publiek haalt: kies diegene die niet te creepy of gewillig zijn. Wel degene die oogcontact houden, maar kalme gewone persoon zijn. Goedaardig iemand. Probeer ook je publiek niet te ‘gebruiken’ op het podium. Publiek is ‘held’. En haar/zijn dagelijks leven is mooi, aardig, goed! Denk altijd dat het publiek het publiek leuk moet vinden, want als er iemand uit publiek op podium gevraagd wordt, zouden zij dat zelf ook kunnen zijn!

(5) Denk op voorhand na over wat voor een publiek het is. Kennen ze elkaar? Indien niet, dan kan je ervoor zorgen dat ze in opwarming elkaar leren kennen en spelers leren kennen(bvb. laat ze tegen iemand zeggen wie ze zijn). Publiek dat elkaar niet kent, is persoonlijker, men is waarachtiger, meer op het gemak. Een publiek in een bedrijf zal dan weer minder persoonlijk zijn. Een publiek in een café kent elkaar meestal niet, maar soms wel al de spelers. Hebben ze zelf ervoor gekozen om te komen of is het een (opgelegde) activiteit? Zo’n publiek weet vaak niet wat te verwachten. Dit soort publiek moet je meer bij de hand nemen.

(6) Hoe groot zal het publiek zijn? Met een publiek van 100 kan je een andere soort opwarming doen dan met een publiek van 10. Andere grootte van het publiek vergt andere aanpak…

(7) Wat met moeilijke mensen in het publiek? Soms kan negeren werken. Als dit niet werkt, kan je ingaan op de aandachtvragende toeschouwer, dus niet tegen ingaan. Je kan de situatie benoemen vanuit het perspectief van het andere publiek. Ofwel kan je deze persoon even diens moment de gloire geven. Roepers kan je eventueel ook op het podium vragen, maar weet wat je ermee gaat doen. En blijf respectvol.

(8) Wat met Caquers in het publiek? Ga niet altijd/te veel in op hun suggesties. Het publiek voelt dit en stopt met zelf suggesties te roepen. Let ook op met het gebruiken van de naam van Caquers/mensen die je al kent in het publiek. Kan vreemd overkomen voor ander publiek, waardoor men ook minder wil interageren.

(9) Kijk naar je publiek, vooraan & achteraan, links & rechts… zorg ervoor dat elkeen zich aanwezig voelt. Het publiek volgt ook jouw blik als je aan het woord bent. Een lichte focus is fijn. Je kan ook eens vragen om een suggestie bij de mensen achteraan bvb. 

(10) Flauwe woordgrapjes mogen altijd.

Een voorbereid MC is er 2 waard

Als MC van een bargames-show ben je geen speler. Je bepaalt voor een deel met de keuze van de spelletjes de show. Je kan rekening houden met je spelers bij de keuze van de spelletjes, genoeg spelletjes die ze kennen, maar misschien ook eens een verrassing. En ook verschillende games

  • Evenwicht in je speelset? Spelletjes met interactie, spelletjes zonder woorden, scènes, socre,…
    • die-spel: die-abc, rijmen-die, alleen vragen, story die…
    • raadspel: feestje, waarzegger, reporter ter plaatse,…
    • fysiek spel: wk slowmotion, doventolk (met expert, met liedjes), moordenaar, triootjes, moving buddies…
    • scènespel: herspelen, change, draaideur
    • participatiespel: ode, broekzak, dag in het leven, moving buddies
    • line-up/scorespel: slechtst denkbare, voorwerpenronde, de bekentenis, seks met mij, paard in drijfzand-perspectieven, waagstuk, HLN-commentsectie,…
    • Opwarmspel: triootjes, freeze…
  • Afspraken met dj? Wil je muziek bij de opkomst? Wil jij aangekondigd worden als MC (geeft meer show-effect)? Vraag het aan je medespelers of medecaquers.
  • Welkomstwoord? Hoe je ’t zelf wil, maar laat maar eens ergens het woord Caque-show vallen, het adres naar de site. Je kan ook uitleggen wat er gaat gebeuren bij improvisatietheater, door bvb. eens te horen of er iemand is die nog geen improvisatietheater kent. Zo ja, kan je diens naam vragen, en mini-gesprekje met deze persoon…
  • Opwarmen publiek: zie opwarmspelletjes publiek.
  • Oproepen spelers?
    • Persoonlijke manier? Op rijm? bvb. Ze is onze schattigste cavia, uw applaus voor Sylvia. Begin maar al te bibberen en te beven, voooooooor Steven. Enzovoort…
    • Spelers stellen zichzelf voor: ik ben … en …*iets over jezelf.
  • Spelers klaarstomen? Is in principe eigen verantwoordelijkheid, maar je mag dat organiseren…
    • (1) Speellijst te overlopen tussen pot & pint. Polsen naar kennis van de spelletjes & kort toelichten. Wil iemand bepaald spel niet spelen?
    • (2) Mini-opwarming te doen (focus, energie, groepsgevoel). Spelers moeten voor zichzelf & als groep op podium willen (= opwarming), er gewoon zin in hebben. Soms helpt de groepsopwarming daar niet in. Soms heeft iemand nood aan alleentijd. (Associatie kort (inhoud/rijm/laatste letter) – 5 min / Wat ben je aan het doen per 2 (op snelheid) – 5 min / Vragenpiramide (rekensom, handeling, persoonlijk) – 5 min. / 1-2-3-4 cirkel (vervangen door handelingen- met 4 – over elkaar / Dorunrun op speedtempo (sneldenkvermogen draaiend houden) – 5 min / Energie: Ali BABA.
  • Opkomen met muziek? Hoe kom je op? Vind een manier om op te komen.
  • Begroeting:
    • altijd begroeting & focus & energie in begin & connectie met publiek!
    • jezelf voorstellen, uitleg over wat de avond brengt (kan voorbereid zijn, maar kan ook geïmproviseerd zijn): waarachtig. Eerste 7 seconden zijn erg belangrijk, of je het nu wilt of niet: de eerste indruk bepaalt. Publiek moet mee zijn.
  • Uitleg: wat is improvisatietheater? Maak het persoonlijk: wie kent er improcomedy (niet) ? Denk op voorhand na over hoe je dit uit zou leggen:
    • bvb. ONVOORBEREIDE SCENES & SUGGESTIES VAN U (zoals geografisch locaties, niet-geografische locaties… even doen…)
    • gaat ook over emoties: mooie, vieze, grappige, triestige en geile dingen… onze spelers hebben graag feedback, dus als jullie iets mooi vinden dan zeggen jullie …
  • Nog trucjes: kies er uw lievelingske(toeschouwer) uit, die heel de show uw lievelingske is , maar die je ook af en toe pest.
  • Inspirerende suggestievragen kan je voorbereiden! Maar moet niet steeds voorbereid zijn. Maar dat vind je in andere post.
  • Spelletjes in de show: exploreer hoe
    • a. hoe je een spel aan publiek “verstaanbaar uitlegt” (op voorhand) – weet wat je wil zeggen, niet hoe…
    • b. hoe je voor een spel suggesties vraagt en spelers kiest…
    • c. hoe je een spel afrond
    • d. waar je tijdens een spel best staat
  • Nog tips voor begeleiding/uitleg spelletjes:
    • Play it don’t say it.
    • Beëindig een spel met ‘dankuwel’, geen probleem.
    • Als het slecht was, mag je dat zeggen; maar niet bij elk spel. En wees respectvol naar je spelers.
    • Weet wie je gaat vragen in welke scène. Of weet hoe je dit gaat vragen.
    • Spelletjes al eens mc’en in training.
    • Suggesties kiezen: niet te lang (1e 2e of 3e) (behalve bij herspelen, slechtst denkbare en dat type)
    • Suggesties: stel persoonlijke vragen om te inspireren.
    • Hoe rond je scène af? Op hoogtepunt, op lach (meestal), of kantelpunt, beter te vroeg dan te laat. Je kan kleine verwijzing maken naar scène, voor het vervolg kan je terecht morgen op Streamz…
  • Afronden: in het algemeen op een lach.
  • Bij die-spellen: die uitleggen. Bij raadspellen het “raden” uitleggen (oooeee & applaus).